Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeg tot het [114]zuiderwoud: Hoor des HEEREN woord: Alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik zal [115]een vuur in u aansteken, hetwelk in u [116]allen groenen boom en allen dorren boom verteren zal; [117]de vlammende vlam zal niet uitgeblust worden, maar daardoor zullen verbrand worden [118]alle aangezichten van het zuiden tot het noorden toe. 114. Dat is, tot de mensen, die in Judea wonen; zie boven hfdst.17 vs.24. 115. Dat is, een geweldige plaag van een gruwzamen oorlog; vergelijk Job 15:34; idem zie Ps.78:63, en Ps.83:15. 116. Dat is, rechtvaardigen en goddelozen; zie deze verklaring onder hfdst.21 vs.3; boven hfdst.17 vs.24. De vromen worden gezegd groen te zijn, en de bozen dor; Ps.12:10; Jer.17:8; Luk.23:31. 117. Hebreeuws, de vlam der vlam, of de vlam, de vlam; dat is, de zeer geweldige vlam, of die zeer vlamt. Versta een zeer grote straf; zie Job 15:30. 118. Dat is, alle mensen, van het ene einde des lands tot aan het andere; vergelijk onder hfdst.21 vs.4.